Middeleeuwse marktkooplui communiceerden met mobiele telefoons — wist je dat? Echt waar, ik heb het zelf gezien, afgelopen weekend op het Gebroeders van Limburg-festival in Nijmegen. Van iemand die zich ook in middeleeuwse kledij had gestoken, hoorde ik dat hij van de organisatoren zijn bril niet mocht dragen, omdat dat niet ‘authentiek’ was. Maar ik zag tussen de middeleeuwse kraampjes rond de Stevenskerk wel een marktkoopman bellen met z’n gsm’etje. Dus ik neem aan dat dat wél authentiek middeleeuws is…
Persoonlijk vind ik dit soort momenten waarop de moderne tijd zich niet kan verbergen in de hele middeleeuwse santenkraam eigenlijk wel charmant. Een plastic tasje met flesje cola light en sultanakoeken onder het kraampje met maliënkolders — dat soort dingen. Prachtig.
Er was eigenlijk een veel fundamenteler anachronisme vindbaar op deze middeleeuwse markt, waar ik mij meer over verbaasde. Niet in plastic tasjes verstopt onder de tafel, noch in die onbewaakte ogenblikken waarop toch naar de gsm wordt gegrepen toont zich de wijze waarop onze tijd met de middeleeuwen omgaat, maar juist in de openlijke voorstelling ervan. Lange tijd hebben wij dit tijdvak voorgesteld als achterlijk, primitief, gewelddadig en somber — niet voor niets heten de middeleeuwen in het Engels ook wel de Dark Ages. Maar daar lijkt inmiddels wat verandering in te komen. Wie op een middeleeuws festival rondloopt zoals dat in Nijmegen dit weekend — en ik doe dat altijd graag — ziet een nadruk op het kleurrijke, het feestelijke, het bourgondische en het ambachtelijke. Ik denk dat deze boeiende periode uit onze geschiedenis hier op zich meer recht mee wordt gedaan dan met het clichébeeld van pestlijers, grimmige monniken en bloeddorstige ridders. Maar het merkwaardige anachronisme dat er in schuilt, is de alomtegenwoordigheid van verwijzingen naar hekserij en heidendom.
Als het beeld op deze markt getrouw zou zijn, zouden de middeleeuwen een periode geweest zijn waarin heksen op het marktplein pentagrammetjes en kruidenmengseltjes verkochten, waarin stoere paganen met Thorhamertjes om hun nek zwaardduels hielden. Het christendom was als rariteit naar de achtergrond verbannen: af en toe zag je een verdwaalde processie, maar dat had net zo goed van de een of andere verdwaalde sekte geweest kunnen zijn. De werkelijkheid was natuurlijk veeleer omgekeerd: de middeleeuwen waren door en door christelijk, en áls er al heidenen waren, dan waren dat wat verdwaalde sekten.
Deze omkering van het religieuze beeld is op het eerste gezicht te wijten aan de populariteit van wiccafantasietjes en neo-paganistische ideologietjes. Deze spirituele beweging heeft vrij succesvol een eigen narratief van de geschiedenis uit de dikke duim gezogen — als ware er een lange, ononderbroken lijn van wijze heksen en heidenen die wars van de christelijke overheersing hun geheime kennis hebben doorgegeven. Onzin natuurlijk, pure fantasie, en niet eens erg fantasierijke fantasie.
Maar dit soort eigengereide spirituele verzinsels komt ook niet zomaar uit de lucht vallen. Het is precies in het eeuwenlang zwartmaken van de duistere middeleeuwen dat de ruimte is ontstaan om werkelijk iedere absurde fantasie op de middeleeuwen te projecteren. De Reformatie kun je begrijpen als het grote project om de middeleeuwen uit de christen te halen; met als direct gevolg dat het christelijke ook uit de middeleeuwen verdween. Of meer seculier gezegd: de Verlichting wilde de middeleeuwen uit de mens halen, met als gevolg dat het menselijke uit de middeleeuwen verdween — of zelfs het menselijke uit de mens. Menselijkheid en christelijkheid zijn hier synoniemen, zoals christendom en humanisme ten diepste synoniem zijn, hoezeer humanisten ook hun best doen het tegendeel te bewijzen.
Het is precies dankzij — niet ondanks — dat menselijke christendom dat de middeleeuwen zo kleurrijk en feestelijk en bourgondisch en ambachtelijk konden zijn. Met of zonder plastic tasjes en mobiele telefoons.