Quantcast
Channel: Anton de Wit » festivals
Viewing all articles
Browse latest Browse all 3

Een kleine theologie van het festival

$
0
0

Music Meeting

De geur van vertrapt gras, verschraald bier en de chemische en organische inhoud van Dixietoiletten. Flarden van bastonen die door de grond, via de grassprieten, je lijf binnendringen. Een vette hap, doodgeslagen bier uit plastic bekers. Heerlijk vind ik het. Het festivalseizoen is weer begonnen, en ik kom zelf net terug van een sympathiek klein festival in Nijmegen, de Music Meeting. Ik moest denken aan dat onderzoek laatst, waaruit bleek dat de meerderheid Nederlanders de betekenis van Pinksteren niet kent, maar het feest associeert met Pinkpop. Ik snap de ophef niet zo goed. Dergelijke festivals hebben toch ook gewoon alles met Pinksteren te maken?

Of is het soms toeval dat Pinksteren traditioneel het festivalseizoen inluidt? Omdat het toevallig een vrije dag is? Welnee. De meubelboulevard op tweede Paasdag, eindeloze herhalingen van The Sound of Music met Kerst — dat alles is toeval, dat komt inderdaad voort uit de verveling van de vrije dag. Maar festivals hebben alles met het christelijke feest uit te staan.

Toen de dag van Pinksteren aanbrak
waren allen bijeen op dezelfde plaats.
2 Plotseling kwam uit de hemel
een gedruis alsof er een hevige wind opstak
en heel het huis waar zij gezeten waren was er vol van.
3 Er verscheen hun iets dat op vuur geleek
en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette.
4 Zij werden allen vervuld van de heilige Geest
en zij begonnen te spreken in vreemde talen,
naargelang de Geest hun te vertolken gaf.

Toen de dag van Pinksteren aanbrak waren allen bijeen op dezelfde plaats. (Hn. 2:1)

Zo begint het christelijke verhaal van Pinksteren, zoals opgetekend in de Handelingen van de Apostelen. Het bijeenzijn op dezelfde plaats is ook een wezenlijk aspect voor het slagen van een festival. Ik heb geregeld festivals bezocht die niet echt één vaste locatie hadden, maar verspreid waren over een binnenstad. En hoe goed de muziek en de ambiance verder dan ook is, je mist er iets. Iets van de beslotenheid, het in gezamenlijkheid afgezonderd zijn van het alledaagse leven.

Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren was er vol van. (Hn. 2:2)

Nog zoiets, het feestgedruis van een festival moet je totaal over je heen laten komen, je moet er helemaal van vervuld zijn. Je kunt niet tegelijkertijd met je hoofd bij een deadline de volgende week zijn, of bij een gebeurtenis de vorige week. Verleden en toekomst horen even te verdwijnen in een vervullend heden. Dat gebeurt ook opmerkelijk gemakkelijk op een goed festival, je vergeet er je sores in no time.

Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. (Hn. 2:3-4)

Eén van mijn mooiste festivalherinneringen is aan een festival dat letterlijk in de Friese klei werd gehouden. ‘s Avonds op de camping ontplofte ergens een gasfles — per ongeluk, maar er volgde een luid gejuich op de ontploffing, van over de hele camping. Enkele ogenblikken later klonk van her en der op het campingveldje het doffe geplof van ontploffende gasflessen — nu steeds opzettelijk. De vuurtongen doken willekeurig op en verdwenen weer, en steeds weer klonk overal dat enthousiaste gejuich. Iets van een diepe vrolijkheid, gemoedelijkheid en eendracht waarde tussen de mottige tenten, ik kreeg er een brok van in mijn keel. Ja, het heeft iets van een pandemonium, en een aartschagrijn kan het losbandigheid of vandalisme noemen. Maar wie ooit zoiets mee heeft mogen maken, weet hoe goedmoedig het is. Vraag het trouwens maar aan de security-kleerkasten die met oortjes over festivalterreinen struinen. Ze zullen je verzekeren dat er op festivals, waar vaak zo veel mensen op een kluitje zitten, opmerkelijk weinig echte rottigheid wordt uitgehaald. Is er dan toch iets van die geest aanwezig waar Paulus van spreekt in zijn brief aan de Galaten?

De vrucht van de Geest (…) is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en ingetogenheid. (Gal. 5:22)

Ik denk het wel, ik ontmoet het in elk geval telkens weer. Ondanks de grote verscheidenheid aan vreemde kostgangers die je er ontmoet. Er is iets dat verbroedert op dergelijke festivals, iets van een spontaniteit en openheid die zeldzaam zijn in onze tijd.

Nu woonden er in Jeruzalem vrome Joden, afkomstig uit ieder volk onder de hemel. Toen dat geluid opkwam, liep de menigte te hoop en raakte in verwarring, omdat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze stonden versteld en vroegen zich verwonderd af: ‘Maar dat zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken! Hoe is het dan mogelijk dat ieder van ons de taal van zijn geboortestreek hoort? Parten en Meden en Elamieten, en bewoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en het Libische gebied bij Cyrene, en hier woonachtige Romeinen, Joden en proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken over de grote daden van God.’ (Hn. 2:5-11)

Je hebt filmfestivals, theaterfestivals, en weet-ik-veel-wat-voor-festivals nog meer. Maar ik heb zelf nog nooit meegemaakt dat daar een zelfde soort sfeer hing als op de festivals waar ik nu over spreek. Daarvoor heb je muziek nodig, de taal die iedereen spreekt. Gek genoeg doet je persoonlijke muzieksmaak er op zo’n festival veel minder toe dan wanneer je naar een regulier concert gaat, of wanneer je naar een cd luistert. Ik geef bar weinig om wereldmuziek, maar heb me toch prima vermaakt met de muziek op het festival waar ik vandaag was. Zelfs Afrikaanse ritmes kunnen dan zo vertrouwd voelen als het dialect waarin je grootgebracht bent.

Ze stonden allen versteld, en in grote verlegenheid zei de één tegen de ander: ‘Wat heeft dit te betekenen?’ Maar anderen zeiden spottend: ‘Ze zitten vol wijn.’ (Hn. 2:12-13)

Tja, dat laatste kun je er altijd tegenin brengen. Ondanks die paar plastic bekertjes bier ben ik nu echter volkomen nuchter. En ik geloof echt dat festivals een cultureel fenomeen zijn dat wij mogen koesteren, zoals ook Pinksteren een feest is om te koesteren.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 3